Uffizi Gallerij
Kantoren van de Stadsadministratie
Met de bouw van het paleis, waarin een van de meest belangrijke kunstgalerijen ter wereld is ondergebracht, werd in 1560 begonnen door Vasari in opdracht van Cosimo I. Het was bestemd voor de huisvesting van de kantoren ("uffizi") van de Florentijnse stadsadministratie. Vasari ontwierp het langwerpige plein met aan weerskanten zuilengangen, dat met de Arno-oever in verbinding staat via een brede arcade. Van dezelfde ontwerper is tevens de lange gang (1565) die in feite zijn naam draagt tcorridoio vasarianoi. Deze gang verbindt Palazzo Vecchio met de Uffizi-galerij en loopt over Ponte Vecchio naar het Pitti-paleis op de andere Arno-oever. Het gebouw werd door toedoen van Francesco I, opvolger van Cosimo, tot Galerij omgevormd: het werk werd uitgevoerd door Bernardo Buontalenti (1582); hij rangschikte en decoreerde de zalen opnieuw en verbouwde de Tribune. Oe groothertogen, die elkaar aan de regering van Florence opvolgden, werkten allen mee aan de verrijking van de collectie. In 1737 schonk Anna Maria Ludovica, de laatste telg uit het Medici-geslacht, de Uffizi-galerij aan de stad Florence.
Bij het kaartjesloket heeft men toegang tot twee vertrekken die tot de antieke Romaanse san Piero Scheraggzo-kerk hoorden; de kerk werd door Vasari in het UffIzi-complex ingevoegd. In het eerste vertrek zijn de Beroemde mannen van Andrea del Castagrio (rond 1450) te zien. Langs de brede Monumentale trap van Vasari bereikt men de bovenverdiepingen. Op de eerste verdieping is het Tekeningen- en Prentenkabinet ondergebracht - met een verzameling tekeningen en prenten van kunstenaars als Leonardo, Michelangelo, Rubens en Paolo Uccello waannee in de zeventiende eeuw werd begonnen. Op de tweede verdieping bevindt zich de eigenlijke galerij, die in chronologische volgorde in 45 zalen rondom drie Gangen, is geordend. In de gangen zijn antieke beelden, zestiende-eeuwse wandkleden, een reeks portretten en grotesken te zien; de vensters kijken uit op het Uffiziplein en (het raam in de tweede gang) op de Arno. We bespreken hier enkele van de meest belangrijke werken uit de verschillende zalen. Zaal I: Griekse en Romeinse beelden. Zaal 11: werken van Toscaanse primitieven; de Tronende Madonna van Cimabue (rond 1280); de Tronende Madonna van Duccio di Buoninsegna (1285) en de statige Tronende Madonna van Giotto (rond 1310). Zaal II: werken uit het veertiende-eeuwse Siena, waaronder de Het Symbool van de Hoogmoed van Pietro Lorenzetti en een fraaie, verfijnde Aankondiging van Simone Martini en Lippo